Helsche Boosheit
by Henricus Carolinus Byler, Rudolf de Mepsche, 1731
In this publication by Henricus Carolinus Byler from 1731, Voluptio eostionseque vel- lam nobis dunt ut ullupti onseditibus arum fugianis vidus et inciend erferovit ium qui animodis delisti aspellaut et quid molor molupta tiaeperit, quunto quos prere il millo inum quibero vitibus molorepudit ea ea volum inimaximos venihil loriore ristorecte dis est, sit, iunt earcipsunti omnis ut pra ipsusap erferch iliqui cupta velectem. test
Links: Original scansPDF Download
E. Redenen die de grouwelykheit van ‘t quaad aantonen
Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver, volgens Uwe aangebore Edelmoedigheden, gunstiglyk over het hoofd te zien: zeer wel wetende.(a)
Ook vleije ik my,1. dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw 2. Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt3. te lezen, en de misslagen van test Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver, volgens Uwe aangebore Edelmoedigheden, gunstiglyk over het hoofd te zien: zeer wel wetende, Ook vleije ik my(b), dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Ik konde hier nu heel ligt een open veld, zonder my aan laffe vleitaal, waar van ik doch afkerig ben, en die U als Wyze onaangenaam zyn zou, schuldig te maken, uitvinden om een menigte van Deugden te melden, die U Edelm. een ongemene Luister by: Zetten, ‘t en ware ik vreesde U Weshalven, om U Edelm. niet lastig te vallen door een uitgestrekte redenvoeringe, ik myne knyen buige voor den Groten God van hemel en van aarde, en bidde ootmoedig, en van ganscher herte, dat het Hem behagen mag over U Edelm. meer en meer uit te storten zyn Geest Des Raads, Der Wysheit, Ende Des Verstands om Land, en Kerk wysselyk te bestieren, alle. Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Ook vleije ik my,1. dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw 2. Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt3. te lezen, en de misslagen van Ook vleije ik my,1. dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw 2. Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt3. te lezen, en de misslagen van Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw (i) Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver, volgens Uwe aangebore Edelmoedigheden, gunstiglyk over het hoofd te zien: zeer wel wetende, (c) Ook vleije ik my, dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver. Hemel en van aarde, en bidde ootmoedig, en van ganscher herte, dat het Hem behagen mag over U Edelm. meer en meer uit te storten zyn Geest Des Raads, Der Wysheit, Ende Des Verstands om Land, en Kerk wysselyk te bestieren, alle. Ook vleije ik my,1. dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw 2. Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt3. te lezen, en de misslagen van Ook vleije ik my,1. dat deze verhandelde stoffe aan U Edelm. als Handhavers en Beminnaars van Geleertheit, Godvrugt en Gerechtigheit niet onsmakelyk zal voorkomen. En dat Gyl. U verledigen zult, als U enige tyd van al Uw 2. Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt3. te lezen, en de misslagen vanE. ט. uit de gevolgen die dit quaad verzellen,
E. ט. α. Medeplichtigen
In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve metIn this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve metE. ט. α. a. Tydelyke Oordelen
E. ט. α. a. aa. Tydelyke Oordelen
In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver. Hemel en van aarde, en bidde ootmoedig, en van ganscher herte, dat het Hem behagen mag over U Edelm. meer en meer uit te storten zyn Geest Des Raads, Der Wysheit, Ende Des Verstands om Land, en Kerk wysselyk te bestieren, alle. In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - MichielStudiorum salutarium, etiam citra effectum, laudandam tractationem.
Men verdient lof voor het bezighouden met waardevol onderzoeken, ook al leveren ze geen resultaat op.
F. Redenen die de grouwelykheit van ‘t quaad aantonen
In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve met een behoorlyke aandagt te lezen, en de misslagen van den Schryver, volgens Uwe aangebore Edelmoedigheden, gunstiglyk over het hoofd te zien: zeer wel wetende.Afb. 1992-028-A
Plattegrond van Bylma, handgetekend met fineliner en potlood op oranje papier. In het midden van de tekening staat de gracht, een grijsblauwe rechthoekige lijst met een kleine inkeping bovenin; de toegang. Binnenin de borg staat de tekst “borgterrein - dit grachtenstelsel was vóór ontginning duidelijk zichtbaar. Rudolf de Mepsche 18e eeuw”. Rechts naast gracht staan twee kleinere, zwart ingevulde plattegronden, met het bijschrift “(“Bijma Heerd”) Boerderij en borgterrein thans eigenaar v. piepen”. Boven de gracht staat een oranje lijn met een klein bultje in het midden van de gracht. van deze bult gaat er een pijl naar beneden, richting de inkeping in de gracht, met het woord “toegang”. Aan de linkerkant van de lijn staat er een pijl naar links met de tekst “naar Faan”. Aan de rechterkant staat “Faanerweg”. Rechtsonder in de tekening staat de tekst “rectie a, 1:2500, gem. oldekerk”.
F. 1. uit de gevolgen die dit quaad verzellen,
F. 2. uit de gevolgen die dit quaad verzellen,
F. 2. a. Medeplichtigen
F. 2. b. Medeplichtigen
In this fragment, Genimodita nam, occuptureror aut maion nitatia non rerferescia quiam alignatur sedis con repratin et qui alibus ea di torporro eli- quaerem ilique poritae dolupta tquiberata dolore nim quam et ulparcipsam quidere ctiunt quia sum pervasit mento. - Michiel Staats-zorgen zal overschieten, om dezelve metF. 2. b. a. Tydelyke Oordelen
F. 2. b. a. aa. Tydelyke Oordelen
F. 3. uit de gevolgen die dit quaad verzellen,
G. uit de gevolgen die dit quaad verzellen,